Hoogste billijke vergoeding

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2016:7113) volgt dat het zonder redelijke grond opzeggen van een arbeidsovereenkomst van een statutair bestuurder kan leiden tot een hoge billijke vergoeding. De rechtbank Gelderland heeft namelijk onlangs de hoogste billijke vergoeding tot dusver toegekend aan een directeur.

De directeur had zich op 1 september 2015 ziek gemeld in verband met een burn-out. In januari 2016 brengt de werkgever het salaris, dat tot dan toe volledig werd doorbetaald tijdens ziekte, eenzijdig en zonder overleg terug naar 70% van het maximum dagloon. Hoewel partijen het daarover gerezen geschil onderling oplossen, concludeert de bedrijfsarts dat er naar zijn oordeel geen sprake meer is van arbeidsongeschiktheid door ziekte, maar van arbeidsongeschiktheid in verband met een arbeidsconflict.

Het ontslag

Hoewel de bedrijfsarts de werkgever adviseert om gezamenlijk een oplossing te zoeken, wordt er door de werkgever een algemene vergadering van aandeelhouders ingelast met als agendapunt het voorgenomen ontslag als statutair bestuurder. Ruim twee weken nadat de algemene vergadering van aandeelhouders heeft plaatsgevonden (waarbij onduidelijk is of de statutair directeur aanwezig was), ontvangt de statutair directeur een brief met de mededeling dat zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. De werkgever stelt dat sprake is van een redelijke grond voor opzegging omdat de aandeelhouder het vertrouwen in de directeur heeft verloren en dat dit gebrek aan vertrouwen in het functioneren van een statutair bestuurder een redelijke grond oplevert voor ontslag.

Redelijke grond

De rechtbank Gelderland gaat hier niet in mee omdat volgens haar niet is gebleken dat er bij de werkgever sprake was van een gebrek aan vertrouwen op het moment dat hij arbeidsongeschikt werd. De rechtbank oordeelt voorts dat het oordeel van de bedrijfsarts dat de directeur niet meer arbeidsongeschikt is door ziekte niet betekent dat hij op dat moment volledig is gere-integreerd in zijn eigen functie, waardoor hij feitelijk nog ziek was toen de werkgever overging tot opzegging van zijn arbeidsovereenkomst. 

Billijke vergoeding

Om die reden is er volgens de rechtbank sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever en is de werkgever – naast de wettelijke transitievergoeding – een billijke vergoeding aan de directeur verschuldigd. Bij de begroting van de billijke vergoeding houdt de rechtbank rekening met de gevolgen van het ontslag voor het inkomen, omdat het brutoloon van de  directeur aanzienlijk hoger is dan het maximumdagloon voor de WW-uitkering. Tevens stelt de rechtbank dat het zonder redelijke grond opzeggen van een arbeidsovereenkomst zonder financiële compensatie niet mogelijk moet zijn en dat het punitieve karakter van de billijke vergoeding derhalve een hoogte van EUR 141.500,00 (exclusief een transitievergoeding ten hoogte EUR 26.637,00) rechtvaardigt.

Hoewel de toekenning en hoogte van de billijke vergoeding uiteraard afhankelijk is van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval, volgt uit het bovenstaande dat - in tegenstelling tot voorheen - onder de WWZ een gesteld gebrek aan vertrouwen in het functioneren als statutair directeur zonder nadere onderbouwing niet zonder meer valt onder een van de limitatief opgesomde redelijke gronden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een statutair directeur. 

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug