Modernisering ondernemingsrecht

Op 9 december 2016 heeft de minister van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal onder meer het standpunt van het kabinet inzake de noodzakelijkheid van verdere modernisering van het ondernemingsrecht weergegeven.

Om het ondernemingsklimaat in Nederland te bevorderen concludeert de minister dat het ondernemingsrecht op drie terreinen verder dient te moderniseren:

  1. Modernisering van het NV recht;
  2. Modernisering van het recht inzake personenvennootschappen; en
  3. Uitbreiding van de herstructureringsmogelijkheden omzetting, fusie en splitsing.

Modernisering NV-recht

Het NV-recht zou op de volgende drie punten verder gemoderniseerd moeten worden:

a. regeling om de prikkel tot oneigenlijke oordeelsvorming in overnamesituaties tegen te gaan:

sinds 1 januari 2014 bestaat er een wettelijke regeling die beoogd te voorkomen dat bestuurders zich door oneigenlijke financiële prikkels bij de besluitvorming rond de overname, fusie of wijziging van de identiteit van de vennootschap laten leiden, door middel van:

  • de bevoegdheid voor de raad van commissarissen om excessieve bonussen van bestuurders achteraf aan te passen en terug te vorderen; en
  • het afromen van behaalde koerswinsten door bestuurders ten gevolge van een overnamebiedingen, fusies en andere belangrijke besluiten voor de wijzigingen van de identiteit van de beursvennootschap.

Uit een evaluatie door het Zuidas Instituut voor Financieel recht en Ondernemingsrecht (ZIFO) van de VU Amsterdam van de afroomregeling is gebleken dat deze regeling niet merkbaar effectief is. De evaluatie laat wel negatieve neveneffecten zien, zoals een verslechterde werksfeer tussen bestuur en raad van commissarissen, tijd en kosten gemoeid met advisering in verband met de complexiteit van de regeling en het doorbreken van het parallelle belang van de bestuurders met de belangen van de aandeelhouders. De minister is voornemens in 2017 een concept wetsvoorstel ter consultatie aan te bieden, waarin een effectievere regeling voor de afroomregeling zal worden opgenomen;

b. verplichte dematerialisatie van toonderaandelen in niet-beurs NV’s:  

ondanks dat er thans geen aanleiding bestaat om te vermoeden dat er op grote schaal misbruik wordt gemaakt van de anonimiteit van toonderaandelen in niet-beursgenoteerde NV’s, bestaat er zorg dat dit in de toekomst zou kunnen veranderen. Het kabinet vreest dat het anoniem blijven van de aandeelhouders kan leiden tot misbruik, belastingontduiking en witwassen. Naar aanleiding van deze zorg is de minister voornemens in 2017 een wetsvoorstel in te dienen, waarbij een verplichting wordt ingevoerd om dergelijke toonderaandelen in bewaring te geven aan een intermediair (zoals een bank) of een centraal instituut (zoals Euroclear). Daarnaast dient de levering van deze aandelen vervolgens verplicht giraal te geschieden, zodat de transacties traceerbaar zijn. Als handhavingsmiddel zal opschorting van aandeelhoudersrechten ingevoerd worden voor de periode waarin de toonderaandelen nog niet in bewaring zijn gegeven;

c. vereenvoudiging en flexibilisering van het NV recht:

ten aanzien van de flexibilisering en vereenvoudiging van het NV-recht geeft de minister aan het advies van de Commissie Vennootschapsrecht te volgen en een evaluatie van het gewijzigde BV-recht af te wachten. De Commissie heeft een lijst van technische punten opgesteld die de minister voornemens is te volgen, zodra de evaluatie is geschied. Onderdelen daarvan zijn het schrappen van het verplicht maatschappelijke kapitaal en de euro als verplichte valuta, de behandeling van certificaathouders, het stemrecht bij vruchtgebruik en pandrecht op aandelen, het vereenvoudigen van de besluitvorming buiten vergadering en de mogelijkheid van vergaderen buiten Nederland.

Modernisering personenvennootschappen

Nadat in 2011 het wetsvoorstel tot wijziging van het personenvennootschapsrecht is ingetrokken door de toenmalige minister, is door een initiatiefgroep van juristen en fiscalisten in 2016 het rapport “Modernisering personenvennootschappen” uitgebracht. De minister is voornemens een voorontwerp voor een wetsvoorstel uit te vaardigen langs de lijnen van dit rapport. De belangrijkste elementen daarbij zijn:

i.    de maatschap blijft de vennootschap voor de uitoefening van een vrij beroep en de vennootschap onder firma (vof) en commanditaire vennootschap (cv) de vennootschappen voor de uitoefening van een bedrijf;

ii.   het onderscheid tussen aansprakelijkheid voor gelijke delen bij de maatschap en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de vof en de cv blijft gehandhaafd

iii.  de openbare vennootschap zal rechtspersoonlijkheid verkrijgen na inschrijving in het handelsregister

iv.  er komt een regeling voor omzetting van openbare vennootschappen in andere rechtspersonen en omgekeerd

v.   er komt een regeling voor ontbinding en vereffening van de openbare vennootschappen en de mogelijkheid voor een vennoot de onderneming alleen voort te zetten

vi.  de personenvennootschappen zullen fiscaal transparant blijven en een gelijke regeling voor de overdrachtsbelasting als was opgenomen in het ingetrokken wetsvoorstel zal worden opgenomen.

Uitbreiding van de herstructureringsmogelijkheden

Sinds 2008 is ten gevolge van Europese rechtspraak de deur opengezet voor de migratie van rechtspersonen binnen de Europese Economische Ruimte. In reactie daarop is in 2014 een consultatie gehouden over een voorontwerp voor een nationale regeling voor grensoverschrijdende omzetting van kapitaalvennootschappen. Naar aanleiding van het eerder genoemde rapport Modernisering personenvennootschappen waarin ook de suggestie is gedaan voor een regeling van omzetting van personenvennootschappen in andere rechtspersonen, is de minister voornemens om dit in een gecombineerde nieuwe regeling te gieten. Hiertoe wil de minister een of meer expertbijeenkomsten organiseren over de ontwikkelingen in de praktijk inzake nationale en grensoverschrijdende omzetting van rechtspersonen. Daarbij wil de minister tevens onderzoeken of er een behoefte bestaat aan een nationale regeling voor grensoverschrijdende splitsing.

De minister uit veel goede voornemens in de brief aan de Tweede Kamer. Het wachten is nu alleen op de uitvoering van deze plannen en hoe de minister onder het komende kabinet hier tegen aan zal kijken. 

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met:

terug